Groepen en groepsprocessen
Iedereen leeft in een groep. Het gezin, de klas, de school, je collega's, de plaats waar je woont, het land. Er zijn kleine groepen en grote groepen. Al deze groepen bestaan uit een aantal individuen waarbij iedereen elkaar beïnvloedt. Wat is 'normaal'? Wanneer hoor ik erbij en wanneer niet? Hoe presteren individuen en groepen? Welke invloed heeft het individu op de groep en de groep op het individu? Kortom: hoe werkt groepsdynamica?
Een groep
Een groep is een verzameling mensen die gezamenlijk een doel willen bereiken. Hiervoor bestaat een bepaalde motivatie; dit kan bijvoorbeeld zijn omdat je het groepsbelang wil behalen of om persoonlijk gewin uit de groepsprestatie te behalen. Door je aan te sluiten bij groepen zijn doelen te behalen die door losse individuen te bereiken zijn. Binnen zo'n groep zijn mensen in bepaalde mate afhankelijk van elkaar (interdependentie). Ook vindt er interactie plaats. Mensen wisselen bijvoorbeeld over en weer informatie of meningen uit. Tevens moet iemand zichzelf zien als lid van de groep; het gaat daarbij om perceptie. Vaak heeft elk groepslid een rol en status in de groep die zorgt voor gestructureerde relaties. Personen beïnvloeden elkaar over en weer door de interactie die zij hebben. Dit maakt dat zij elkaar veranderen.
Kenmerken van een groep:
- Een gemeenschappelijk doel
- Er bestaat motivatie om een doel te behalen
- Interdependentie
- Interactie
- Perceptie van groepslidmaatschap
- Gestructureerde relaties
- Rollen en status
- Wederzijdse beïnvloeding
We doen erg veel in groepsverband. Houdt maar eens voor een dag bij wat je allemaal doet en schrap vervolgens alle activiteiten die je in de groep deed. Welke activiteiten bleven over? Vaak zijn dit er niet erg veel. Zelfs naar het toilet gaan is bij sommige (meiden) een groepsactiviteit!
Groepsdynamica
Er spelen vele processen binnen een groep die ook elkaar onderling weer kunnen beïnvloeden. Als het doel van de groep verandert, kan de samenstelling veranderen. Als rollen leiden tot rolconflicten, kan dit leiden tot afname van het idee bij de groep te behoren. Mensen veranderen elkaar onderling, wat kan leiden tot het denken in één richting (wat zowel de gezichten één kant opzet, als een risico is voor groepspolarisatie). Het ene beïnvloedt het andere, versterkt of verzwakt factoren en leidt uiteindelijk tot resultaten. Welke factoren dit zijn en hoe ze een groep kunnen beïnvloeden, wordt besproken in de artikelen die bij deze special horen.